Jonge weduwe.

Na een tijdje word ik met zachte dwang teruggestuurd naar de kamer, waar nog altijd de twee agenten op me zitten te wachten. Net als ik me wil excuseren voor mijn reactie, legt de vrouwelijke agent een hand op mijn schouder en zegt:…

Overleven

‘Sorry, dat was onhandig van ons.’ Bibberend van narigheid ga ik zitten. Greetje vraagt of ze iemand voor me kan bellen en ik geef haar het nummer van mijn goede vriendin Marion, die vlakbij het ziekenhuis woont. Als ik klaar ben met het beantwoorden van vragen over Pieters adres, leeftijd en meer van dat soort trivialiteiten, komt Marion al de kamer binnen en valt me om mijn hals. ‘God meisje, wat is dit nu allemaal?’ Ze heeft, hoe attent, een pak toastjes, wat paté en zelfs een fles wijn meegenomen. De wijn laat ik onaangeroerd, van de toast met paté laat ik me er een paar voeren. Het is het eerste wat ik sinds de lunch eet. De misselijkheid slik ik weg met water. Vanaf dat moment gebeuren er heel veel dingen tegelijk. Ik krijg eindelijk mijn zwager Ed aan de telefoon en vertel dat Pieter op de IC ligt, dat hij een ongeluk heeft gehad. ‘Godverdómme!’, is alles wat Ed zegt. En daarna: ‘Ik bel pap en mam’. Mijn moeder is inmiddels gearriveerd en ook Pieters beste vriend Edo en zijn vriendin Julia. Edo en Julia zijn volkomen ontdaan. Edo blijft maar zeggen: ‘Dit moet gewoon goedkomen. Hoe moet het anders met onze afspraak “vrienden voor het leven”?’ Julia troost hem: ‘Hé, hij is wel ons Koekiemonster hè, tuurlijk wordt ie wakker!’

 

Mijn hart breekt

Er wordt in een eenpersoonskamer een bed voor me geregeld, want ik heb heel duidelijk te kennen gegeven dat ik niet naar huis wil. Ik blijf bij Pieter. Marion haalt uit haar huis een tandenborstel en wat schone kleren op. Mijn overleefplek is klaar.

Mijn schoonouders zijn er. Hand in hand lopen we naar Pieters kamer. We bespreken hoe ongelooflijk het is dat jaren geleden zijn zus Hanneke een ernstig ongeluk heeft gehad en in coma in het ziekenhuis terechtkwam. Zij heeft blijvend letsel, maar heeft een goed en fijn leven kunnen opbouwen. En nu ligt ook haar broer Pieter in coma. Heel zachtjes naderen we zijn bed, hij ligt op een grote zaal met mensen die allemaal op de een of andere manier op het randje van de dood balanceren. Direct zegt mijn schoonvader: ‘Dit is veel erger dan toen met Hanneke.’ Geschokt kijk ik hem aan. Mijn schoonmoeder is overmand door verdriet, streelt haar zoon over zijn wang. Ik heb zo verschrikkelijk met deze mensen te doen, mijn hart breekt.

Horror

Er volgt een slopende week. De verpleging is enorm betrokken en geeft me veel vrijheden. Ik mag helpen Pieter verzorgen, wassen, zijn tanden poetsen, ik mag de hele dag in het ziekenhuis en bij Pieters bed zijn. Soms heeft hij pijn. Zodra we zijn kin aanraken, beweegt hij zijn onderkaak, die gebroken is. Regelmatig wordt er een pijnprikkeltest gedaan, om zijn reflexen te controleren. Met een pen dwars op het nagelbed wordt er druk uitgeoefend. Ik probeer het bij mezelf, het doet echt venijnig zeer. Pieter reageert niet goed. In plaats van zijn hand weg te trekken van de pijn, duwt hij hem er juist naartoe. ‘Dit zie je vaak bij dergelijk letsel’, zegt verpleegkundige Marleen. ‘Pieters hersenhelften zijn door de klap ten opzichte van elkaar verschoven. Dat heeft grote impact op het adequaat verwerken van prikkels.’ Ik denk erachteraan: En op het functioneren in de meest basale zin, want hij kan niet eens zelfstandig ademen.

Wat die klap inhoudt waar Marleen het over heeft, is door de twee agenten uitgelegd. Volgens ooggetuigen is Pieter drie keer opnieuw begonnen aan de oversteek vanuit de universiteit naar de parkeerplaats. Hij stapte telkens weer terug het trottoir op, omdat hij plotseling verkeer zag opdoemen. Doordat het donker was en sneeuwde, was het zicht erg slecht. Toen hij uiteindelijk overstak, bleef hij op de middenstreep wachten voor het verkeer dat hem vanaf de rechterkant naderde. Een taxi kwam met grote vaart de hoek om en reed erg dicht bij het midden, waar Pieter van schrok. Hij is achteruit gedeinsd en geschept door een auto, die vanaf zijn linkerkant met hoge snelheid het stoplicht naderde om het groene licht te halen. Daarbij is Pieter over de motorkap en het dak geslingerd en heeft meters verderop een smak op het asfalt gemaakt. Waarschijnlijk is het heel snel gegaan, waardoor hij zich niet of nauwelijks bewust geweest is van wat er gebeurde. Maar terwijl me deze feiten worden meegedeeld, zie ik de details voor me. Het is een horrorfilm.

Lees ook deel 5 van dit aangrijpende verhaal.

© Josje de Klerk | HetWensenmagazijn.nl